Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zodat ik zeg: [9]Och, dat mij iemand [10]vleugelen, als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, [12]waar ik blijven mocht. 9. Hebr. wie zal mij geven, enz., algemene manier van wensen bij de Hebreen, gelijk boven hfdst.14 vs.7, en hfdst.53 vs.7. Zie Deut.5:29. 10. Hebr. een vleugel, of veder; dat is, vleugelen. 11. Een zwak en vreesachtig dier, dat zich in de woestijnen en holen zoekt te verbergen, zie Jer.48:28. 12. Hebr. en zou blijven, of wonen; waar slechts veilig kon zijn, wil hij zeggen.